Hoe je het over iemand non-binairs hebt
Deze pagina voorziet alleen de meest voorkomende opties. Iedereen kiest zijn eigen pronouns.
De eerste optie
Hij/Zij > Die - Die is vandaag jarig
Hem/Haar > Hen of Hun - Ik heb hen een hondje gegeven.
Zijn/Haar > Hun - Hun hondje is schattig.
De tweede optie
Hij/Zij > Die
Hem/Haar > Die - Ik heb die een hondje gegeven.
Zijn/Haar > Diens - Diens hondje is schattig.
De derde optie
Hij/Zij > Hen of Hun (Allebei enkelvoud of meervoud) - Hen is/Hen zijn.
Hem/Haar > Hen of Hun
Zijn/Haar > Hun
Voor die, die "het" als een pronoun hebben, beveel ik aan
Hij/Zij > Het
Hem/Haar > Het
Zijn/Haar > Hets
Ik heb hets hond eten gegeven.
Substantieven
lerares, bakster, vriendin
>
lerarex, baksker, vriendix
Meervoud: lerarexen, bakskers, vriendixen
Een vrouw en iemand non-binairs
Je zegt dat een man en een vrouw, leraren zijn
En twee vrouwen, leraressen.
En twee non-binaire individuen, lerareksen.
Maar een vrouw en iemand non-binairs? Ik stel de volgende optie voor:
leraresksen, bakstkers, vriendinksen